“Achter de balie ben ik een kameleon.”
Kassa draaien, vraagbaak zijn, pompen schoonmaken, stoepranden vegen, wc schoonmaken en vakkenvullen. In je eentje. Dat is best druk met een vrijwel doorlopende stroom aan klanten. Linda Roosendaal werkt bij het Shell tankstation in Houten, maar ze draait er haar hand niet voor om. “En dan gebeurt er ook nog wel eens wat, zoals een klant die niet lekker wordt, een autobrand, een pinstoring of een doorrijder, iemand die zonder te betalen wegrijdt”, vertelt Linda. “Je kunt wel zeggen dat geen dag hetzelfde is.”
Linda onderbreekt haar verhaal om een klant vriendelijk lachend te begroeten. De man legt een zakje chips en een energiedrank op de toonbank. “Even wat brandstof voor uzelf”, zegt ze waarna de man dat met een lach bevestigt. Hij zegt gedag en loopt naar buiten. “Achter de balie ben ik een kameleon. Als een klant binnenkomt kijk ik wat voor type het is en kleur ik mee met de klant”, vertelt Linda. “Mijn doel is dat klanten met een glimlach naar buiten lopen.”
Avondvierdaagse op een dag
Er is wel een enorm verschil tussen tankstations legt Linda uit. “Elk station heeft zijn eigen cultuur en zijn eigen dynamiek. Ik heb jarenlang in Overvecht gewerkt. Daar komen hele andere mensen. Tanken is prijzig en ze tanken daar veel meer voor bijvoorbeeld tien of vijftien euro. Ook zijn sommige mensen niet altijd even respectvol richting medewerkers.” Los daarvan komen er bij het tankstation in Overvecht nog meer klanten dan in Houten. “Dat is een avondvierdaagse op een dag”, zegt ze lachend.
“Je moest daar wel een dikke huid hebben en met stress kunnen omgaan”, zegt Linda. “Staat er buiten een rij auto’s, binnen wachtende klanten voor de kassa en een klant die flipt omdat het koffieapparaat niet doet wat hij wil.” Toch vond Linda het heerlijk. “Je komt binnen, moet gelijk aanpoten, maar de dag vliegt om.” Na een zwaar auto-ongeluk lukte het niet om daar de draad weer op te pakken. Nog altijd is ze niet helemaal de oude. “In het begin werkte ik maar een paar uur en was daarna helemaal op, maar ik had geen betere leidinggevenden kunnen hebben. Ze hebben me altijd gesteund en toen ik aangaf dat ik in Houten wilde werken, omdat het hier iets rustiger is, kon dat ook.”
Doorrijders
Voorlopig blijft Linda nog wel even in Houten. “Als je ergens langer werkt, dan krijg je ook meer binding met klanten die vaker komen.” Ze gebaart naar een jongen met een helm op zijn hoofd die voor de balie staat. “Zoals hij, hij komt hier elke dag na zijn werk.” De jongen glimlacht bedeesd, rekent af en vertrekt weer. “Doorrijders heb je ook, dan rijden ze voorbij met hun middelvinger omhoog. Het is natuurlijk een gedoe dat ze niet betalen, maar soms kan ik er wel om lachen. Ze worden toch wel gepakt.”
Een vrouw in een blauwe jurk loopt bellend naar binnen. Ze zegt nog net bij welke pomp ze heeft getankt, maar een dankjewel of een reactie op ‘nog een fijne dag’ kan er niet vanaf. “Ach, ik zit er niet mee. Dit is de nieuwe tijd. Als ik ervoor kies om mij daaraan te irriteren, dan heb ik een nare werkdag want dit gebeurt de hele dag door. Ik kan er wel iets van zeggen, maar een klant gaat voor mij niet veranderen en ik loop kans dat ik een klant kwijt ben omdat ze mij dan een zeur vinden.”
Plakboek
Dat wil niet zeggen dat Linda alles accepteert. “Een tijd terug was er een klant die bellend binnenkwam. Ik vroeg bij welke pomp hij had getankt, maar hij gaf geen antwoord. Hij hield zijn pas bij het pinapparaat en wachtte. Maar zonder informatie, kan ik niets dus ik wachtte ook. Werd ie boos!” Linda liet zich niet uitschelden, en zei dat ze hem graag wilde helpen als hij zijn excuses aanbood. “Dat deed hij helaas niet. Ik heb hem toen toch maar geholpen want zo iemand wil ik helemaal niet in de winkel hebben.”
“Dat is dan 71,71 euro, zegt ze tegen een klant.” “Mooi he, ik heb het zo maar gelaten”, reageert de man enthousiast. Linda wijst naar het bonnetjesapparaat. “Wilt u er bewijs van hebben, voor het plakboek?” De man begint te lachen, maar geeft aan dat dat niet nodig is. Een hele rits aan verschillende klanten komen voorbij en dat hoor je terug in de verhalen van Linda. “Ik ben uitgescholden en ik heb telefoonnummers gekregen met het verzoek echt eens te bellen. Ik heb meer dan eens uitgelegd dat roken op een plek met vijftigduizend liter brandbare stof geen slim idee is en was de beste vriendin van een eenzame vrouw omdat ik naar haar luisterde.”
Jan Doedel
Ze schiet in de lach en wijst naar buiten. Bij pomp vijf staat een pion, omdat de pomp niet werkt. Een brommerrijder heeft de pion omzeild en doet toch een vergeefse poging. “Waarom denk je dat die pion daar staat”, lacht ze hoofdschuddend. “Soms is er een lint gespannen en gaan mensen onder het lint door, maar het hangt er niet voor Jan Doedel.”
“Pomp een”, zegt een jongeman terwijl hij wat lekkers op de balie neerzet. “Heb je niet al buiten betaald?” vraagt Linda. De man kleurt terwijl hij alleen het lekkers afrekent. “Je mag best dubbel betalen,” zegt ze gevat, “dan gaan wij wel op een terrasje zitten.” Dat terrasje moet nog even wachten, want inmiddels staat de volgende klant alweer voor de kassa. “Goedemiddag”, zegt Linda vriendelijk
Dit verhaal is gepubliceerd in Houtens Nieuws als onderdeel van de serie: Een dag als…