Een dag als… informatiespecialist

Een goudmijn aan treindata

Op het perron van station Houten tref ik Bas van Wijhe, informatiespecialist bij ProRail. “Laten we eerst even luisteren”, stelt hij voor. Swooooosssshhhh horen we als een intercity voorbij rijdt. “Dit is hoe het zou moeten klinken”, zegt hij. “Ik ben niet bezig met het spoor zelf, wat je misschien zou verwachten, maar met wat er overheen rijdt. ProRail meet namelijk van alles aan treinen en ik werk met die data.”

Ook de volgende trein die passeert, klinkt als een zonnetje. “Als een trein grote vlakke plaatsen op de wielen heeft, de welbekende vierkante wielen, dan kan dat onderdelen in het spoor beschadigen. Vlakke plaatsen kun je horen”, vertelt Bas. “Het geluid van een wiel klinkt dan als ‘kadukKADUKkaduk’. Bij treinen van reizigersvervoer komt het minder voor, maar bij goederentreinen kun je dit wel geregeld horen.” Bas verzamelt heel veel data. Niet alleen data om het spoor te beschermen, maar ook om het risico op ontsporingen te beperken. ProRail heeft daarvoor meerdere meetsystemen in het spoor aangebracht. Zo is er een systeem dat de warmte van de assen en wielen van de trein meet, en een andere dat bijvoorbeeld het gewicht meet van elk wiel dat over het spoor rijdt.

Ruim 600 meter aan wagons

“Onze uitdaging: vertalen wat we meten, naar wat we zien bij een wagon”, legt Bas uit, terwijl we in de trein zitten naar ‘De Inktpot’ in Utrecht, het hoofdgebouw van ProRail. “Elk treinstel wordt gelezen bij het passeren van onze meetsystemen en zo weten we precies bij welk treinstel een meting hoort. Voor reizigersvervoerders is die informatie zelfs realtime zichtbaar.” Als een as of wiel te heet wordt, zet de treindienstleider de trein stil. En vooral bij goederenwagons bestaat dat gevaar. “Een goederentrein kan meer dan 600 meter aan wagons trekken”, vertelt Bas. “Als ergens de rem erop staat, merkt de machinist in de locomotief dat niet eens. Maar een aanlopende rem is wel een risico op oververhitting. Wordt het wiel bijvoorbeeld boven de 290 graden, dan is er een ‘warm wiel’. Om een risico op ontsporing te voorkomen, wordt de trein stil gezet. En dan is er ook altijd iets aan de hand.”

Dat een trein wordt stilgezet, gebeurt gemiddeld tien tot vijftien keer per maand. Dat lijkt veel, maar met 15-duizend gemeten treinpassages per dag, is dat ontzettend weinig. Toch is het doel voorkomen dat er überhaupt treinen worden stilgezet. “Toen ik zo’n acht jaar geleden bij ProRail begon, was dit systeem relatief nieuw. Vervoerders zaten eerst echt niet op die data te wachten en waren al helemaal niet blij als we een trein stilzetten. De trein opnieuw opstarten kost namelijk enorm veel stroom en dus veel geld. Maar inmiddels hebben onze systemen zich bewezen en werken we samen met vervoerders om de data te begrijpen, te gebruiken en te verbeteren. Oftewel: win-win.

Berg aan data

Op de laptop laat Bas een grafiek zien met puntjes die aan het eind een stuk hoger zijn dan in het begin. “Dit zijn metingen van een wiel van een specifieke wagon over twee jaar. Je ziet dat vanaf januari de piekbelasting omhoog gaat. Dus je kunt met onze data ook zien wanneer onderhoud of vervanging nodig is.” Omdat elk treinstel dat over het Nederlandse spoor gaat op verschillende plekken wordt gemeten, is de berg aan data enorm. “Het is een goudmijn. Ik kijk voornamelijk naar afwijkingen en heb daarover contact met de vervoerders, maar we kunnen uit al die data ook trends signaleren. En er valt nog veel meer te leren en te ontdekken. We gebruiken al heel veel, maar nog steeds niet alle data die we hebben en daar kan meer mee. Bijvoorbeeld op gebied van spooronderhoud of omgevingseffecten zoals trillingen en geluid.

Waar Bas in zijn werk ook blij van wordt is de uitwisseling met andere Europese landen. “In de landen om ons heen liggen ook systemen. Door als inframanagers met elkaar te praten, kunnen we van elkaar leren. Nederland is wel een van de koplopers”, zegt hij trots. “Wij gebruiken de data die we verzamelen al veel meer en zijn opener in het delen van data. Zwitserland is ook een stuk verder, maar andere landen lopen nog wel wat jaren op ons achter.”

Raildagen

Lopend door het grootste bakstenen gebouw van Nederland, geeft Bas nog even mee dat er jaarlijks Raildagen zijn. Je kunt onder meer stations en bouwprojecten van het spoor bezoeken. Ook de deuren van De Inktpot staan dan open. “Er is zoveel over ProRail te vertellen, de mensen hier zijn ook allemaal gepassioneerd. Acht jaar geleden kwam ik via via bij ProRail terecht. In het begin had ik niet zoveel met treinen, maar dat is nu wel anders. Ik wil hier niet meer weg”, lacht hij.

Dit verhaal is gepubliceerd in Houtens Nieuws als onderdeel van de serie: Een dag als…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *