Een dag als… plaatwerker

Plaatwerker

Elke deuk is anders

Met een lach kijkt Hans van Dijk op van de zwarte auto waaraan hij werkt. De achterklep staat open en de bumper ligt eraf waardoor aan de achterzijde een stuk bewerkte carrosserie zichtbaar is. “Hier is iemand achterop gereden”, vertelt Hans, plaatwerker bij Schadenet Winkel, waar hij auto’s repareert en werkt met het plaatwerk van de auto.”Maar daar zie je straks niets meer van.” 

Als 17-jarige jongen rolde Hans het vak in. “Ik was opgeleid tot automonteur, maar toen ik klaar was, was het lastig om daarin werk te vinden. Uiteindelijk kon ik bij een Volkswagendealer aan de slag, maar dan als plaatwerker. Ik wist niet eens wat dat was”, lacht hij. Hans leerde het vak en is nooit meer wat anders gaan doen. Sterker nog, hij is heel blij dat dit op zijn pad is gekomen. “Dit is veel uitdagender. Iedere deuk is weer anders en ik heb er in mijn leven heel wat gerepareerd”, zegt hij en tovert opnieuw een lach op zijn gezicht. “Eigenlijk ben ik net een dokter, alleen kan ik vrijwel alles genezen.”

Handwerk

Misschien kan Hans wel alles repareren, maar de dagwaarde van de auto en de kosten om de schade te herstellen, zijn bepalend of het ook echt gebeurt. “We mogen tot ongeveer de helft van de dagwaarde herstellen,” legt directeur Tom Winkel uit. “Schade herstellen is complex en duur.” “Het is namelijk handwerk”, vult Hans aan. “De auto moet gedemonteerd worden, eventueel moeten we het plaatwerk herstellen, dan maken we ‘m strak, vervolgens wordt de auto gegrond, uitgeschuurd, spuitklaar gemaakt en uiteindelijk weer gemonteerd.”

Hans zet zijn lasmasker op en last het gaatje dat hij had gemaakt om de deuk eruit te trekken. Daarna slijpt hij het glad. Vervolgens pakt hij de bumpersteun om te kijken of het past. “Tegenwoordig hebben auto’s sensoren en radar. Daarom moet alles precies passen.” Het mooist vond Hans het toen hij nog alles zelf deed en de blije gezichten zag van mensen als ze hun auto weer ophaalden. Tegenwoordig zijn de taken verdeeld. Hans doet het plaatwerk, terwijl collega’s andere taken hebben zoals het demonteren, schuren, spuiten en weer monteren. “Maar,” zegt Hans, “ik heb heel wat mensen blij gemaakt de afgelopen 47 jaar.”

Veiligheid op 1

En in al die jaren is er best wat veranderd. “Er zijn meer verschillende soorten metaal in de auto verwerkt. Aluminium bijvoorbeeld, want dat is heel licht en sterk, maar het is lastig om mee te werken.” De reparatiemethode is ook veranderd. “Fabrikanten hebben berekend hoe de auto het beste gerepareerd kan worden, zodat het ook veilig is voor als de auto opnieuw in een aanrijding terecht komt. Dus repareren wij auto’s volgens de fabrieksvoorschriften.” Sowieso staat veiligheid op één. “Een auto moet veilig zijn, anders gaat ie hier de deur niet uit”, zegt Hans stellig.

En dan zijn alle nieuwe auto’s voorzien van een of meerdere veiligheidssystemen en ook dat maakt het werk een stuk complexer. Het maakt Hans niet uit. Elke dag geniet hij van zijn werk. Zo is de trektoren zijn favoriete gereedschap. Hij pakt het metalen apparaat met een hydraulisch systeem erbij en bevestigt dikke kettingen aan een andere auto. “Als de achterkant in de kreukels ligt, zet ik zo de trektoren erop en dan zie je de bodem glad worden. Dat is echt mooi.” Ook wordt Hans blij van uitdeuken zonder spuiten. “Je moet heel voorzichtig werken en heel precies. Maar als het lukt, dan kick ik daar echt op.”

Leermeester

Met al zijn ervaring, is Hans ook leermeester voor jongeren die het vak willen leren. Al zouden er wat hem betreft best meer leerlingen zich mogen melden. “Ik denk dat jongeren tegenwoordig meer met computers willen doen. Maar het is echt een leuk vak en als je er goed in bent, kun je er ook best wat mee verdienen.” Hij ziet in ieder geval al heel snel of iemand het in de vingers heeft. “Zeker degene die vragen of zij dat eens mogen proberen. En voor mij is het ook leuk om kennis over te dragen.”

De schade die Hans en Tom het meest zien binnenkomen, zijn toch wel de even-niet-oplet-schades. “Hieronder bijvoorbeeld.” Hans wijst naar de dorpel onder het achterportier. “Dan gaan ze de bocht om langs hoge stoepranden.” “En rechts achter”, zegt Tom. “Dat is de dode hoek.” Ook parkeergarages leveren geregeld klanten voor het schadeherstelbedrijf. “Je ziet zo vaak schade in een parkeergarage”, verzucht Tom. “Die parkeergarage bij de Jumbo op het Rond? Daar is een scherpe bocht en die vangrail heeft alle kleuren van de regenboog.” Hij begint te lachen. “Wij hebben die vangrail gesponsord”, grapt hij.

Werk genoeg

Als hij mag kiezen heeft Tom liever dat zijn klanten komen met deuken dan met inbraakschade. “Je ziet dat inbrekers er spullen uithalen ter waarde van zo’n achthonderd euro op de zwarte markt, maar de schade loopt vrijwel altijd op tot duizenden euro’s. Dat is zo zonde, helemaal omdat daardoor goede auto’s worden afgeschreven wanneer de schade te hoog is in vergelijking met de dagwaarde. Schade door een botsing of parkeerfout is ten minste niet expres.”

De zwarte auto is bijna klaar om door te stromen naar de collega’s van Hans die onder andere het spuitwerk zullen verzorgen. Niet dat Hans zich hoeft te vervelen; er zijn nog meer auto’s die gerepareerd moeten worden. Hij slaat zijn armen over elkaar en trekt zijn wenkbrauwen op. “Zolang er auto’s zijn,” lacht hij, “heb ik werk.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *