Een dag als… ritueelbegeleider

ritueelbegeleider

“Je kunt een afscheid niet overdoen.”

Gestoken in een marineblauw pak loopt Irene van der Meulen rustig maar kordaat door de kapel. Ze overlegt even met de koster die knikt en alvast wat voor de afscheidsceremonie klaarlegt. Daarna neemt Irene nog een laatste puntje door met de familie. Ondertussen lopen de eerste gasten binnen en steken een bloem aan de zijkant van de mand waarin de overleden vrouw ligt. Als de ceremonie begint is de mand een bloemenzee geworden. Nadat de kleinkinderen de mand naar voren hebben gebracht en kaarsen hebben aangestoken, neemt Irene het woord: “lieve mensen, van harte welkom”

Irene is ritueelbegeleider. “Je kunt ritueelbegeleider zijn bij een geboorte, trouwen of bijvoorbeeld een pensioen”, legt ze uit. “Ik ben ritueelbegeleider bij het afscheid van een leven. Ik help mensen om een mooie afscheidsceremonie te creeren.” Irene merkt dat het woord ‘ritueel’ bij veel mensen iets zweverigs oproept, maar dat is het volgens haar helemaal niet. “Wat voor mij belangrijk is dat ik samen met de familie op zoek ga naar de mooist mogelijke afscheidsceremonie die bij hen en bij de overledene past. Soms is dat religieus, soms helemaal niet en dat is prima. Ik doe alle ceremonies met evenveel liefde en voldoening.”

Mooie verhalen en dankbaarheid

Jarenlang heeft Irene gewerkt als predikant, maar merkte dat ze uiteindelijk meer inspiratie vond buiten de kerk dan daarbinnen. “Als dominee heb ik mensen bijgestaan in mooie, maar ook in moeilijke momenten. Mensen bijstaan in verdrietige momenten past het beste bij mij en vandaar mijn keuze om ritueelbegeleider te worden bij afscheidsceremonies.” Toch vindt Irene lang niet alle uitvaarten verdrietig. “Als een oud iemand sterft is er natuurlijk verdriet, maar vaak zijn er ook mooie verhalen en dankbaarheid. Maar het overlijden van een jong iemand of mensen die een leven vol tragiek, pech en tegenslag hebben gehad, daar kan ik ook echt verdrietig van worden. Dan denk ik, wat een leven heeft die persoon gehad.”

Uithuilen op de wc

Irene gaat daar professioneel mee om. “Ik voel heel veel, maar ben goed in staat om in een gesprek met een familie of tijdens de ceremonie mijn emoties onder controle te houden. Soms kun je het horen in mijn stem dat het mij raakt, maar je kunt als ritueelbegeleider natuurlijk niet in huilen uitbarsten. Die emotie is als een bal die je onder water duwt. Dus ik stop het tijdelijk weg, maar na afloop komt dat er wel uit en soms ga ik naar de wc om even uit te huilen.” Heel af en toe schiet die bal toch te vroeg omhoog, vertelt ze. “Een tijd terug overleed een jongeman. Ik ging na de ceremonie naar de familie om afscheid te nemen en stond daar in tranen. Zelf had ik dat liever wat later gehad, maar de familie vertelde achteraf dat ze dat juist heel fijn hadden gevonden.”

Toch kan ze niet zeggen dat het went. “Ik word nog steeds geraakt. Als dat verdwijnt en ik raak afgestompt, vind ik dat ik zou moeten stoppen. Geraakt worden is een voorwaarde om dit werk te kunnen doen, want juist dan kun je contact maken. Ik ben in de eerste plaats mens en in de tweede plaats professional.” Irene is vooral blij dat ze iets voor mensen kan betekenen op een bijzonder moment in hun leven. “Je kunt dit niet overdoen als het niet goed gaat. Je neemt maar één keer van iemand afscheid en juist daarom is dit zo belangrijk. Niet alleen voor tijdens de uitvaart, maar ook omdat dit een troostrijke warme herinnering kan zijn voor de rest van je leven.”

Liefde voor mens en taal

Een voor een komen tijdens de afscheidsceremonie de kinderen naar voren en praten uitgebreid en vol liefde over hun moeder. Er is een koor en een mooie tekst over loslaten. Dan stapt Irene achter de spreekstoel en verbindt moeiteloos mooie woorden die aansluiten op de tekst. Want naast een liefde voor mensen heeft Irene een liefde voor taal. “Ik houd ervan om te zoeken naar de juiste woorden. Om een levensverhaal te schrijven, of een gedicht. Niet iedereen vindt zelf woorden op zo’n dag en ik kan ik daarbij helpen.” Elk afscheid is voor haar een nieuwe zoektocht samen met de familie. “Ik heb geen blauwdruk van hoe het moet. Er is geen norm.” Een afscheid moet volgens Irene passen bij de familie en bij de overledene. “In de meeste gevallen ken ik die persoon niet. Je kunt iemand leren kennen door een ontmoeting, maar ook via derden. Uit de gesprekken die ik met de familie heb, leer ik mensen postuum kennen. Dat is niet alleen bijzonder, het helpt mij bij het creeren van een passend afscheid.”

Dat het elke keer anders is blijkt uit de vele verhalen die Irene weet te vertellen. “Ik sprak een vrouw voor haar overlijden. Zij was dol op tuinieren en bloemen. Ik stelde voor om na de ceremonie van de bloemen die mensen ongetwijfeld voor haar zouden meebrengen, kleine boeketjes te maken en die na afloop uit te delen aan de genodigden. Een fantastische bloemist wilde hieraan meewerken en het voelde voor de gasten heel persoonlijk. Of twee zonen die totaal geen praters waren, maar na afloop zelf, met iedereen die dat wilde, aarde op de kist schepten. Na twintig minuten was het graf gedicht. Dit was hun eerbetoon aan hun vader en waarschijnlijk was dit voor hen meer waard dan alle woorden die daarvoor waren gezegd. Dat vind ik heel mooi.”

Pink Floyd

Je zou denken dat Irene met al haar kennis en ervaring precies weet hoe haar eigen uitvaart eruit zou moeten zien, maar het tegendeel is waar. “Het is als nabestaande fijn om wat houvast te hebben. Wat vond iemand fijn, welke muziek vond iemand mooi. Maar het afscheid is vooral een moment voor de nabestaanden. Ik wil dat mijn nabestaanden zelf kijken hoe ze van mij afscheid willen nemen. Zelfs de keuze cremeren of begraven laat ik aan hen.” Volgens haar zijn mensen heel loyaal richting de overledene. “Vaak willen mensen vasthouden aan wat iemand heeft aangegeven, maar als er zes muziekstukken zijn en je vindt het niets, mag je er ook best een paar wisselen met iets van jezelf. Onlangs overwogen kinderen om aan het eind André Rieu te draaien, omdat hun moeder daarvan hield. Maar zelf hadden ze daar een ontzettende hekel aan. Uiteindelijk werd het Pink Floyd. Dat draaiden ze vroeger altijd te hard en vond hun moeder maar niets, behalve de rustige, instrumentale nummers, die kon ze wel waarderen. Uiteindelijk was dat het slotstuk en het was echt prachtig.

Dit verhaal is gepubliceerd in Houtens Nieuws als onderdeel van de serie: Een dag als…

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *