Een dag als… vuilnisman

Vuilnisman

Zonder ons wordt het een zooitje

Vuilnisman Jelte Brugman plaatst een volle container tegen de achterkant van de wagen. Automatisch haakt de kliko eraan vast. Dan stapt Jelte rustig naar achteren. Met een ferme zwaai schiet de kliko omhoog en belandt de inhoud in de vuilniswagen. “Kijk wel uit,” waarschuwt hij, “het systeem voelt het niet als jij mee de hoogte in gaat.” Helemaal risicoloos is het werk van een vuilnisman dan ook niet. “Gelukkig is het bij mij nooit misgegaan, maar er gebeuren nog wel eens ongelukken”, vertelt Jelte. “De container kan tegen je aankomen, maar als je mee omhoog gaat, kun je ook in de vuilniswagen belanden.”

Jelte doet dit werk al een tijdje. Een vriend van hem was vuilnisman en Jelte begon parttime naast zijn baan bij een huiswerkinstituut in Zwolle. De liefde haalde hem echter naar Utrecht en inmiddels is hij met veel plezier voltijds vuilnisman. “Het is heerlijk”, vertelt Jelte met een grote lach op zijn gezicht. “Er zijn nauwelijks banen waarbij je altijd buiten bent. Ik heb geen zorgen, geen stress en ben lekker fysiek bezig.”

Geurig

Zelf geniet hij van zijn werk, maar veel mensen beseffen volgens Jelte lang niet altijd hoe onmisbaar hij en zijn collega’s zijn. “Ons werk wordt nogal eens onderschat. Mensen denken er niet over na, maar als wij ons werk niet doen, wordt het een zooitje. Toen er een tijd terug in Utrecht werd gestaakt, was het echt een bende.” Toch krijgt hij soms ook juist wel waardering voor zijn werk. “Er zijn grofweg twee soorten mensen”, meent Jelte. “Degene die blij zijn met ons werk, zo hadden we laatst autopech en kwamen meerdere mensen ons koffie aanbieden, en je hebt mensen die echt hun neus voor ons ophalen.”

De wagen rijdt weer een stukje verder om bij de volgende stop weer een lading kliko’s te legen. Deze dag wordt het plastic opgehaald. Dat ruikt minder sterk dan GFT, maar toch ontkom je niet aan de weeige lucht. “Het werk is wat geurig”, lacht Jelte. “Maar je went eraan. Ik ruik het niet meer. Een ander voordeel van de PMD-container is dat ze licht zijn. “Vandaag halen we zo’n 5000 kilo op, maar als je bedenkt dat we in Houten met tien wagens rijden, dan is dat dus elke twee weken zo’n 50-duizend kilo plastic.”

Misgooien

Op dagen dat ze restafval of GFT ophalen, is het werk een stuk zwaarder. “Dan halen alleen wij al tussen de 20- en 25-duizend kilo afval op.” Het scheelt volgens Jelte wel per seizoen. “GFT-kliko’s zijn in de winter vrijwel leeg, maar nu zijn ze weer aardig gevuld en dat is behoorlijk zwaar. Zeker als het vol zit met zand, dan krijg je ‘m nauwelijks van zijn plek.” Daar staat tegenover dat plastic weer kan wegwaaien. “Wind en plastic, dat is geen ideale combinatie. En wat wegwaait moeten we wel opruimen.”

Jelte pakt enkele losse zakken plastic op en gooit ze met een boog in de vuilniswagen. “Het gebeurt wel eens dat we misgooien”, geeft Jelte lachend toe. “Of dat een container niet goed is aangehaakt.” “Dat moet je niet vertellen,” grapt collega Jeremy, “je moet ons werk wel goed verkopen.” De mannen hebben duidelijk veel lol onderling. “Wij boffen, we zijn een vast team”, vertelt Jelte. “Ik zou niet met iedereen vast willen werken, maar met Bas en Jeremy is het gezellig.”

Helden

Een klein jongetje dat met zijn moeder aan de wandel is, wijst naar de vuilnismannen. Vrolijk zwaaien ze terug. “Voor kinderen zijn we helden. Er wonen hier wel rond de twintig kinderen die voor het raam wachten tot wij langskomen. Schattig, toch? Wij weten precies waar we moeten zwaaien”, lacht Jelte.

Jelte kan de weg in Houten goed vinden, maar in het begin was het minder grappig. “Ik ging grofvuil ophalen en kreeg een lijst met adressen. Alleen had ik geen idee waar alles was. Ik weet niet hoeveel keren ik toch weer terug moest en op en neer heb gereden.”  Maar nu kent Houten voor hem geen geheimen meer, al weet hij nog niet alle onofficiele namen die zijn collega’s hebben verzonnen. “Zo lang werk ik hier nog niet, maar we gaan nu naar het slingerweggetje.” Met een grijns gebaart Jelte naar de vuilniswagen die inderdaad door de kleine straten in de Weides slingert.

Groot rijbewijs

Het werk van Jelte mag dan onmisbaar zijn, rijk word je er niet van. Jelte haalt zijn schouders op. “Mijn vriendin is advocaat, dus we redden ons wel.” Dit gegeven roept vaak verraste reacties op. “Mensen vragen zich af wat zij met mij moet, maar daar trekken we ons niets van aan.” Voorlopig blijft Jelte lekker aan het werk als vuilnisman. Ik ben bezig met mijn groot rijbewijs en ik heb een vast contract. Bovendien vind ik het buiten-zijn heerlijk.”

Ze zijn bijna aan het einde van hun ronde. Jelte pakt een container en trekt zijn wenkbrauwen op. “Voel deze eens? Dit is veel te zwaar, er zit zeker niet alleen plastic in.” Op zich treffen ze niet heel veel gekke dingen aan in Houten, maar er is een ding dat heel vaak misgaat. “Piepschuim!” verzucht Jelte. “Schrijf dat maar op. Piepschuim is restafval!

Dit verhaal is gepubliceerd in Houtens Nieuws als onderdeel van de serie: Een dag als…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *